Hoe leg je aan een kind uit wat je doet?
Wij maken koffie, dat is een drankje waar volwassenen gek op zijn, een soort limonade voor grote mensen. Het probleem is alleen dat de meeste koffie die gemaakt wordt, helaas ook schade toebrengt aan de planeet. Bij De Koffiejongens proberen wij datzelfde bakje koffie te presenteren maar dan zonder die schade. Zo makkelijk is het. En wat ik dan doe: we zijn hier met iets meer dan een elftal, een soort voetbalelftal, en ik ben de coach. Ik mag zo’n beetje de opstelling bepalen en meedenken over de vraag hoe we samen een goede wedstrijd kunnen spelen.
Zijn er ook Koffiemeisjes?
Zeker. Iets meer dan de helft van het team bestaat uit vrouwen. Maar het bedrijf is wel echt begonnen met twee koffiejongens, twee mannen die aan de keukentafel besloten om een duurzaam koffiemerk te worden. Thuis bezorgd zodat je nooit zonder koffie zit, maar ook met cupjes zonder aluminium.
Wat zou je graag doorgeven of nalaten?
Onze missie is nul emissie. We willen de eersten zijn die in de hele koffieketen geen schadelijke emissie veroorzaakt. Daarmee zijn we al een goed eind op weg: zo hebben wij een composteerbaar cupje, gebruiken we alleen Rainforest Alliance-gecertificeerde koffie en berzorgen we lopend of op de fiets. Maar we zijn er nog niet: bij het verbouwen, verpakken en vervoeren komt nog steeds te veel CO2 vrij. Nu compenseren wij die uitstoot nog, maar we willen niet compenseren, maar reduceren. Koffiebonen verbouwen tussen de bananenplanten, om monocultuur te voorkomen, bijvoorbeeld. En dan de bonen vervoeren zonder containerschepen. Dan reduceer je veel emissie. Dat is ons grote doel, om niet te zeggen onze passie: dat je koffie kunt drinken zonder schuldgevoel. Want nu heeft koffie stiekem nog best een grote impact op het klimaat.
Hoe krijg je koffie emissievrij naar Nederland?
Via zeilschepen. Dat duurt misschien lang, maar de groene bonen kun je best lang bewaren. Je moet ze pas branden als ze hier zijn, want daarna moet je ze snel verpakken of consumeren. En we hebben nu een nieuw gaaf idee, en dat is het branden van de koffie op biogas. Je hebt best hoge vlammen nodig om koffie te branden, maar als je biogas maakt van koffiedrab, is je hele proces circulair. Ik vind het heel leuk die CO2-berekeningen te maken, maar we hebben ook net een Head of Sustainability aangenomen om die verduurzaming te versnellen. Er is nog zoveel te winnen, zeker bij het verbouwen van koffie: hoe je de afvalstromen gebruikt, met weinig kunstmest, zonder pesticiden. En dan is het vervolgens aan ons om zoveel mogelijk mensen te overtuigen dat dit het betere alternatief is. Dan maak je echt impact.
Wat is het beste advies over leiderschap dat je ooit hebt gekregen?
Vertrouw op je intuïtie. Een coach zei een keer tegen mij: volgens mij weet je het allang, maar zoek je nu nog naar argumenten die je comfort gaan geven. Dat hoeft helemaal niet. Vroeger wilde ik altijd vanuit mijn achtergrond als natuurkundige en consultant alle feiten op tafel hebben. Zodat ik rationele beslissingen kon nemen. Ik ging altijd op zoek naar een extra berekening, een extra testje. Ik word daar ook vrolijk van, die cijfers geven houvast. Maar zonder je intuïtie of gevoel maak je toch niet de goede keuze. Veel dingen kun je van tevoren niet goed berekenen. Het belangrijkste is dat het team complementair is en goed samenwerkt. En ook bij grote investeringsbeslissingen kun je wel blijven rekenen tot je model eruitziet als een hockeystick is die omhooggaat, maar je kunt pas door wanneer je voelt: dit heeft meerwaarde, hier geloven we in. Ik durf de laatste tijd veel meer te zeggen: dit gaan we doen, want dit voelt goed.
Wanneer heb je voor het eerst zo’n beslissing op gevoel durven nemen?
Dat was bij mijn vorige bedrijf, Naduvi, een online meubelwinkel. We waren net begonnen, en toen kwam covid om de hoek kijken. Al onze businessmodellen klopten niet meer. Toen dacht ik: nú moeten we gas geven. Iedereen zit thuis, iedereen wil nieuwe meubels. We hadden geen idee of we het operationeel aankonden, als we van honderden klanten per maand opeens naar duizenden gingen, maar we voelden: dit moeten we nu doen. En we moesten flink wat tandjes bijzetten, maar het heeft wel gewerkt.
Wie of wat heeft jou het meest gevormd als leider?
Mijn opa. Hij had een kruidenierszaak in Vlaardingen. Ik heb veel geleerd van zijn optimisme, maar ook van zijn ruimdenkendheid. Iedereen was hem even lief. Hij had een enorm vertrouwen in mensen. Veel klanten hadden schulden bij hem, daar deed hij nooit wat mee – als ondernemer had ik hem misschien nog wel iets kunnen leren. Maar dat niet oordelen, in iedereen iets van waarde zien, daar heb ik altijd veel aan gehad. Als je een divers team hebt, waarbij iedereen anders geschoold is en een andere achtergrond heeft, helpt het enorm als je niet oordeelt. Dan kun je veel makkelijker een divers team echt een team laten zijn.
Wanneer heb je echt lef getoond?
Ik denk dat de laatste keer nu is, met de oprichting van de Raad van Commissarisjes. Ik vind dat enorm goed bij ons passen. Speels, met een glimlach. We gaan een Raad van Commissarissen aanstellen, maar dan niet van oude, grijze mannen, maar van kinderen tussen de acht en de twaalf. We willen in elk geval eens per jaar bij elkaar komen om te sparren en ideeën uit te wisselen, samen te spelen, te lachen en wellicht een beetje te ondernemen. We willen de nieuwe generatie aan het woord laten: zij hebben eigenlijk het meest te maken met onze missie. Het gaat om hun toekomst. Zij zijn nog onbevangen, hebben meer verbeeldingskracht dan wij, staan ruimdenkender in het leven. Met hen in gesprek gaan is gewoon heel erg leuk, om te weten: hier doen we het voor. Bovendien helpt het ons heel simpel uit te leggen wat we doen. Maar we denken er stiekem ook goede input uit te kunnen halen, al zijn het maar de vragen die kinderen stellen. Eerst wilden we ook statutair vastleggen dat ze mij mochten ontslaan, zoals een volwassen raad van commissarissen kan, maar dat vonden we toch te veel druk op ze leggen. Het gaat ons echt om het plezier.
Waarin schuilt dan precies het risico?
We willen niemand uitsluiten, dus iedereen die zich aanmeldt en aan de leeftijdseis voldoet, mag meedoen. Dat kunnen tien kinderen zijn, maar ook tienduizend. Geen idee wat dat betekent, dat hebben we niet doorgerekend. Met tien kunnen we vergaderen, zijn het er duizend, dan maken we er gewoon een mooie dag van. Gaan we samen composteren, een duurzaamheidsquiz doen of moppen tappen. Zijn het er tienduizend, dan huren we de RAI af. Vinden we ook wel een oplossing voor. Maar we hebben dus eigenlijk geen flauw idee waar we aan beginnen. Maar we gaan er iets moois van maken, daar sta ik persoonlijk garant voor.
Interview: Vera Spaans | Fotografie: Pieter Bas Bouwman