De eerste 100 dagen van Jerzy Soetekouw, Humanitas

Jerzy Soetekouw is op 1 maart 2023 gestart als directeur van Humanitas. Hij neemt ons mee in hoe hij zijn eerste 100 dagen heeft ervaren. “Het mooie aan Humanitas is dat dit een landelijke vrijwilligersorganisatie is die dagelijks bij meer dan 80.000 mensen thuis over de vloer komt om hen te helpen op eigen kracht iets aan hun situatie te veranderen”.

eerste-100-dagen-van

Wat viel je het meest op tijdens je eerste dag?

Wat mij opviel was de bezieling en het enthousiasme waar ik mee werd ontvangen. Ik trof allerlei mensen die vanuit een intrinsieke motivatie vertelden wat hen aantrekt in Humanitas. De gedeelde waarden vielen me op en ook de hoop en de verwachting. Ik voelde me heel warm en open ontvangen. Na een wat turbulente periode voor de organisatie is er sterk de wens om vanaf mijn aantreden weer verder te bouwen en stabiliseren. De verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen, maar ik heb er vertrouwen in de rust te kunnen brengen waar de organisatie naar verlangt. 

Wat sprak je aan in de rol van algemeen directeur bij Humanitas?

Dat heeft alles te maken met de waarden waar Humanitas voor staat. Wij zijn er voor mensen die niemand anders meer hebben. We zijn actief in heel Nederland, voor mensen die even niet op eigen kracht mee kunnen komen. Onze propositie beslaat de terreinen opgroeien, opvoeden, hulp bij geldproblemen en programma’s voor ex-gedetineerden. Het gaat om thema’s als rouw, verlies en eenzaamheid. Thema’s die mij ook na aan het hart liggen. Waar ik mij eigenlijk altijd in mijn werk, maar ook in mijn privéleven, volop voor heb ingezet. Het mooie aan Humanitas is dat dit een partij is die dagelijks over meer dan 80.000 vloeren komt. Door gewoon even tijd en aandacht te hebben voor andere levens kunnen we die helpen veranderen. We doen dat al sinds 1945 en zijn echt een instituut geworden.

Wij zijn er voor mensen die niemand anders meer hebben

Als je mensen vraagt of ze Humanitas kennen, begint er vaak al iets te dagen. Het is aan mij om de komende periode Humanitas weer wat meer kleur op de wangen te geven. Enerzijds vanuit de missie, anderzijds vanuit het instituut en het feit dat wij een landelijke club zijn die echt impact kan maken.

Wat is het verschil met je vorige werkgever?

Die is groot, heel groot. Sowieso ging ik van een lokale organisatie naar een landelijke organisatie. Dat merk je direct aan de uitstraling en de aantrekkingskracht. Het netwerk wordt daarmee vanzelf veel groter en het opent nog wat makkelijker deuren. De omvang en impact van Humanitas zorgen ervoor dat je direct als sterke partner aan tafel zit bij ministeries en partners. Dan merk je dat Humanitas echt een heel sterk merk is.

Wat maakt Humanitas uniek?

We zijn, vanwege de maatschappelijke uitdagingen van vandaag, belangrijker dan ooit en ik denk dat dat het komende decennium nog wel zo blijft. Heel veel mensen voelen zich eenzaam. Ze hebben schulden of weten de weg niet te vinden in ons bureaucratische stelsel, dat voor de gemiddelde Nederlander heel ingewikkeld is. Wij komen op plekken waar mensen wat verder afstaan van de samenleving. Dan is het heel erg fijn dat wij met onze vrijwilligers die ondersteuning kunnen bieden. Dat maakt ons uniek.

Wij leren mensen bijvoorbeeld formulieren in te vullen, want uiteindelijk is het wel de bedoeling dat het gaat over eigen regie. Dus wij geven geen vis, maar altijd de hengel. Dat vind ik heel mooi aan

Humanitas. Bij grote maatschappelijke ontwikkelingen trainen wij onze vrijwilligers om mensen met een hulpvraag bij te kunnen staan.

Wij geven geen vis, maar altijd de hengel

Bijvoorbeeld als de regelingen rondom toeslagen veranderen. Of wat je wel of niet kunt doen als je contact hebt met de Dienst Toeslagen of het Centraal Justitieel Incassobureau. Zo proberen we alle vrijwilligers mee te nemen in hoe zij hun positie kunnen versterken. Dat is heel mooi.

Welke impact heb je al kunnen maken bij Humanias in de eerste 100 dagen?
Wat lastig is bij Humanitas, is dat wij wijdverspreid zijn. We zijn een vereniging met 78 verschillende locaties. We dienen daarmee meer dan 315 gemeenten. We zijn een decentraal georganiseerde club met zo’n 400 beroepskrachten en 20.000 vrijwilligers. Dat maakt het natuurlijk heel lastig om verbinding op te bouwen en centrale regie aan te brengen en om onderling vertrouwen te genereren. Ik denk dat ik er de eerste 100 dagen in geslaagd ben een stukje van dat elan terug te brengen. Een gevoel van vertrouwen, herkenning en saamhorigheid op te bouwen. In die 100 dagen heb ik heel veel tijd vrijgemaakt voor het drinken van kopjes koffie en het bezoeken van verschillende afdelingen. Ik denk dat ik direct of indirect de helft van alle afdelingen heb gezien. Dat is een investering waarvan ik het gevoel heb dat die zich uitbetaalt.

Welke gewoontes heb jij moeten doorbreken wat betreft cultuur of omgangsvormen?
Dat is tweeledig denk ik. Ten eerste beschouwen wij in deze sector het werk dat wij doen een beetje als vanzelfsprekend. Zeker niet iets waar je je voor op de borst slaat. Dat is een hardnekkige gewoonte die we echt moeten afleren, want het is juist heel bijzonder hoe zoveel mensen zich iedere dag weer belangeloos inzetten voor anderen en voor een mooiere samenleving. Wij moeten dat veel beter vermarkten. Verkopen zou je misschien bijna kunnen zeggen. Dat zijn wat vieze woorden in onze sector. Daarnaast is het zaak om wat minder afhankelijk te worden van overheidsfinanciering. Dat betekent ook dat we wat commerciëler moeten gaan denken. Wat dat betreft zitten we midden in een transitie.

In deze sector beschouwen we het werk dat wij doen een beetje als vanzelfsprekend
Ik heb in verschillende contexten aan de top van organisaties mogen werken: openbaar bestuur, bestuurder en nu directeur. Ik ben toch een beetje verwend geraakt door de rol van directeur-bestuurder. Dat betekent dat het voor mij in het begin weer eventjes opletten was: waar ga ik nou precies wel en niet over? En hoe zorg ik dat ik vanuit deze andere positie met de juiste stakeholders tot een goed besluit kom en de doelen haal. Dat was voor mij weer een beetje mezelf opnieuw uitvinden en dat is gelukt.

Welke rol speelt digitalisering bij Humanitas en bij jullie doelgroep?
Je zou denken dat dit bij ons wat verder weg staat. Maar aan de achterkant speelt het natuurlijk een heel belangrijke rol. Op het moment dat wij makkelijk informatie met elkaar kunnen delen en kennis en inspiratie kunnen uitwisselen, ontstaat er vanzelf een sterker verenigingsgevoel. Dat is één van de uitdagingen die wij hebben. In de zorg en het onderwijs, de aan ons gelieerde sectoren, merk je dat heel veel beroepskrachten omkomen in de administratielast. Ook van ons wordt bij samenwerking in toenemende mate administratie gevraagd. Digitalisering of slimme oplossingen op IT-vlak moeten ervoor zorgen dat zo min mogelijk van onze tijd daaraan opgaat. Dat is onze uitdaging. Omdat daar onze kennis niet zit, vergt het een stuk organisatie. Aanpassing, omdat digitalisering echt niet meer iets is voor erbij. Het is het hart van je bedrijfsvoering en daar hebben wij de organisatie nog wel op in te richten.

Je hebt 100 dagen achter de rug. Wat is je droom voor Humanitas?
Mijn droom voor Humanitas is dat wij alle Nederlanders kunnen bereiken die een steuntje in de rug nodig hebben, op welk moment dan ook. Dat betekent dat wij bekender moeten worden en nog meer verhalen kunnen delen. Dan weten mensen die nu nog om hulp verlegen zitten ons ook te vinden. Helaas constateren wij dat er nu nog altijd te veel mensen, of ze nou ongedocumenteerd zijn, als ex-gedetineerde weer terug in de samenleving komen of een gigantische schuldenlast hebben, veel te lang wachten voordat ze de stoute schoenen aantrekken. Wij kunnen voor hen het verschil maken.

Daarnaast vind ik dat wij als één van de grootste vrijwilligersorganisatie die bij kwetsbare huishoudens achter de voordeur komen, de morele plicht en verantwoordelijkheid hebben om de signalen die we tegenkomen uit te dragen en ook om te zetten in lobby voor beleidsinterventies. Dat is wat we nu bijvoorbeeld doen met de campagne Stop de schuldenindustrie. Die rol moeten we eigenlijk meer en meer gaan nemen.

Tot slot roep ik iedereen op onze actie gericht tegen de schuldenindustrie te steunen. Teken onze petitie via humanitas.nl. Je kunt ons natuurlijk ook helpen er te zijn voor Nederlanders in een kwetsbare situatie door zelf vrijwilliger te worden of door een donatie te doen.

Fotografie: Pieter Bas Bouwman