Wat was je eerste baantje?
Ik ben opgegroeid in een horecafamilie, in de Achterhoek. De Gouden Karper in Hummelo is vier generaties in de familie en wordt nu gerund door mijn moeder en mijn zus. Ik moet zo’n tien jaar oud geweest zijn toen ik voor het eerst meewerkte in het restaurant. Brood snijden, achter de bar staan, slaatjes maken, voor een rijksdaalder per uur. Het ging binnen ons gezin bijna alleen maar over werken en over gasten. Ik voelde in tegenstelling tot mijn zus geen behoefte om de zaak over te nemen.
Hoe leg je aan een kind uit wat je doet?
Twee jaar geleden ben ik OOPKOP gestart. Het betekent open mind in het Afrikaans. Je krijgt er een ‘open koppie’ van. We zijn een gecureerde online marktplaats voor aanbieders van mentaal welzijn. Denk aan coaches, psychologen, retraites, slaapsupport en ademwerk. We werken inmiddels met 150 aanbieders en hebben 60 bedrijven als klant. Mijn kinderen zijn twee, vier en zes. Het is nog te complex om te vertellen aan een jong kind, omdat wat wij doen nog geen alledaagse business is. Zelfs aan veel bedrijven moeten we het nog uitleggen. Waarom zou je als werkgever preventief investeren in mentale gezondheid?
‘Beter voor je werknemers zorgen levert hogere productiviteit op en helpt om mensen te behouden, niet onbelangrijk met het oog op de war for talent die nu aan de gang is’
Is dit een probleem voor werkgevers of toch eerder een privékwestie?
De mentale weerbaarheid in Nederland staat gigantisch onder druk. Twintig procent van de mensen heeft burn-out klachten, driekwart ervaart stress. Corona heeft dat alles erger gemaakt. Een derde van het ziekteverzuim is mentaal gerelateerd. Dat is ook voor werkgevers dus een groot probleem. Beter voor je werknemers zorgen levert hogere productiviteit op en helpt om mensen te behouden, niet onbelangrijk met het oog op de war for talent die nu aan de gang is.
Heb je zelf iets heftigs meegemaakt in deze sfeer?
Mijn compagnon Derk van Haastert en ik hebben zelf nooit een burn-out gehad. Eerlijk gezegd was een van de aanleidingen voor het starten van OOPKOP juist een positieve ervaring. Na twee jaar werken bij Heineken kreeg ik een coachingstraject aangeboden. Dat opende mijn ogen voor het belang van mentaal welzijn. Ik begreep mijn normen en waarden en hoe ik in de wedstrijd sta. Dat heeft me zoveel gegeven. Ik zag het ook bij mijn teamleden. Ze gingen voor me door het vuur.
Je hebt je corporate bestaan achter je gelaten, waarom?
Meteen na mijn studie aan Nyenrode begon ik bij Heineken. Dertien jaar werkte ik in sales, marketing en finance. Ik ben ontzettend dankbaar voor alles wat ik bij Heineken geleerd heb, maar kwam in Singapore, waar mijn laatste opdracht was, tot het inzicht dat ik niet voor de rest van mijn leven bestuurder wil zijn en alcohol wil verkopen. Binnen de corporate muren spelen niet alleen zakelijke overwegingen om tot een besluit te komen. Al die interne politiek kostte me energie. Toen ik dit eenmaal had bedacht heb ik binnen een week drie businessplannen geschreven waar OOPKOP er één van was.
‘Eerder hoefde ik me nooit financieel zorgen te maken, ik kreeg altijd een goed salaris, zeker met mijn expatcontract bij Heineken. Ineens moet ik het zelf allemaal regelen’
Waar lig je van wakker?
Gelukkig ben ik een goede slaper, zo blijf ik op de been ondanks de stress die ik nu ervaar als startende ondernemer. Eerder hoefde ik me nooit financieel zorgen te maken, ik kreeg altijd een goed salaris, zeker met mijn expatcontract bij Heineken. Ineens moet ik het zelf allemaal regelen. Geld is voor mij geen drijfveer, maar ik heb wel drie snaveltjes om te voeden samen met mijn vrouw. In Singapore had ik een assistent die alles voor me deed. Dat comfort heb ik verruild voor het startup-leven.
We zitten met vijf medewerkers in een oude lerarenkamer in de Oudemanhuispoort in Amsterdam. Je hoort er de hele tijd verbouwingsgeluiden. Ik moet zelf koffie zetten en naar de printerrette gaan. Helemaal back to basic. Nu we bijna onze pre-seed investering binnengehaald hebben kunnen we meer mensen aannemen en groeien.
Wat is jouw opvatting van leidinggeven?
Toen ik mijn eerst leidinggevende positie kreeg dacht ik dat bij leidinggeven een bepaald gedrag hoorde. Afstand bewaren tot je mensen, altijd met een oplossing komen, zoals een alwetende manager betaamt. Al snel ontdekte ik dat dit niet werkt. Nu geloof ik heilig in authentiek leiderschap.
Je wordt gekozen in die functie omdat jijzelf iets goed gedaan hebt, dus je moet juist jezelf laten zien. Ook je zwakheden, ook dat je iets niet weet. Laat het zien want alleen dan zullen mensen er begrip voor hebben. Als je altijd alles wilt bepalen komt elke vraag bij jou als baas. En moet je het ook zelf oplossen. Dat wordt op den duur veel te zwaar. De productiviteit wordt hierdoor ook stukken minder.
‘In branches als de advocatuur is het zo moeilijk om iets te veranderen. We zien veel advocaten met een burn-out in onze vriendenkring’
Is het streven naar steeds hogere productiviteit niet juist deel van het probleem?
Het is ook een vervelend woord, net als human resources. Ik geloof dat wat je privé doet effect heeft op zakelijk en andersom. Wij richten ons op de mens als geheel. Als je de mens beter maakt is dat ook goed voor de business. De werkgever betaalt, die moet er wel voordeel aan hebben. Maar ik heb nog zoveel gesprekken waarbij bedrijven zeggen ‘wat thuis gebeurt gebeurt thuis, ik betaal een mooi salaris en daar houdt het op’.
In branches als de advocatuur is het zo moeilijk om iets te veranderen. We zien veel advocaten met een burn-out in onze vriendenkring. Het valt me ook tegen hoe weinig FMCG bedrijven in persoonlijke ontwikkeling investeren. Als er jonge eigenaren zijn die eigen ervaringen hebben met dit thema, of eigenaren met kinderen om wie ze zich zorgen maken, is de bereidheid het grootst. Maar veel HR afdelingen beschouwen mentaal welzijn nog puur als kostenpost.
Wat doe je om het vol te houden?
Ik probeer elke drie maanden een aanbieder van onze marktplaats uit om nieuwe dingen te ervaren. Mijn laatste ontdekking is ademwerk. Ademen is toch de essentie om te kunnen leven. Ook duik ik sinds deze zomer elke ochtend in de Amstel vanuit onze woonboot. Ik probeer echt een aardig rondje te doen, niet alleen springen en er weer uit. Het is zowel mentaal als fysiek, want je moet je elke keer er weer overheen zetten. Ook in de kou of met regen.
Wat is je grote droom?
Dat werken aan mentale gezondheid net zo geaccepteerd is als bezig zijn met je fysieke gezondheid. Het is niet zweverig of alleen voor spirituele mensen. Vandaag voetbal, morgen yoga, overmorgen spreek je met je coach. We gaan niet pas naar de sportschool als we een gebroken been hebben, waarom moeten we dan eerst burn-out gaan voordat we de stap maken om met een coach of psycholoog te praten?
Naar welke leider kijk je zelf op?
Ik zou eerder zeggen: daar ben ik zoekende in. Ik zou graag een mentor vinden met wie ik af en toe kan praten. Die moet er zijn, ergens in bedrijfskundig Nederland. Misschien is dit een mooie open uitnodiging?
Interview: Ebele Wybenga | Fotografie: Pieter Bas Bouwman