Wat is je grote droom?
Dat ik, als ik mijn laatste adem uitblaas, kan zeggen: ik heb mijn best gedaan om er een betere wereld van te maken. In het Sanskriet is een woord, ahimsa, wat betekent: breng geen schade toe. Wees lief voor je medemens, wees lief voor de planeet. Wees aardig. Dit vind ik belangrijk om dagelijks toe te passen, en dat sijpelt ook door in het werk dat ik doe. Voor wat voor bedrijf wil ik werken? Voegt dat iets toe aan de wereld, of neemt het alleen maar iets weg? Brengt het leed toe aan mensen, natuur, de planeet? Dat is voor mij de basis. We leven in een lineaire economie: we maken iets, voegen daar steeds iets van waarde aan toe tot iets afval is geworden. En dan is het opeens waardeloos. In de natuur bestaat dat niet: daar is niets waardeloos, daar is het afval van de een de brandstof van de ander. Dus die lineaire economie, die klopt niet.
‘In het Sanskriet is een woord, ahimsa, wat betekent: breng geen schade toe.’
Wanneer realiseerde je je dit voor het eerst?
Als tiener. Ik woonde in Indonesië en mijn moeder legde me uit wat maandverband was, en het enige wat ik op dat moment kon bedenken was: maar mama, is dit voor elke vrouw, elk meisje, elke maand? Waar gaan al die maandverbanden dan naartoe? Dat is allemaal vuilnis! Dat besef werd elke keer sterker. In Bali, in 2012, was ik getroffen door de hoeveelheid plastic die ik zag, en in 2019, in Singapore, realiseerde ik me: ik wil niet langer onderdeel zijn van het probleem. Ik heb een boekje gekocht, The ten year plan, een do-it-yourselfworkhop waarbij je terugkijkt op de afgelopen tien jaar en vooruitkijkt naar de komende tien jaar. En toen werd mij duidelijk dat ik iets wilde doen aan het milieu en aan maatschappelijke problemen, maar niet hier, of in Singapore, maar op wereldniveau.
Hoe leg je aan een kind uit wat je doet?
Wij als organisatie, als Circle Economy, helpen bedrijven en overheden om een wereld te creëren zonder afval. We proberen oplossingen aan te dragen door het vinden van circulaire toepassingen, door een andere markt aan te boren of andere grondstoffen te gebruiken. Kijk, groeiende economieën moeten scholen bouwen, huizen en wegen. Die hebben veel grondstoffen nodig, en dat kan waarschijnlijk niet allemaal uit gerecyclede producten. Maar je kunt wel kijken naar ander materiaal. Meer houtbouw, meer uit biobased materiaal, dingen die afbreken in de natuur. We kunnen veel circulairder worden dan we zijn. Op dit moment is de wereldeconomie maar voor 7,2 procent circulair. Er ligt een kans om 92 procent te verbeteren.
Wat is je eigen doel?
Ik wil tienduizend bedrijven, duizend steden en honderd landen helpen richting een duurzamer bestaan. Dat is mijn big, hairy, audacious goal. Of ik dat nou bereik via Circle Economy, of doordat ik nu met jou praat en mensen dit interview lezen, of doordat ik, zoals laatst, honderd toekomstige leiders toespreek over circulaire economie. Als van die honderd er vijf weglopen die iets hebben geleerd wat ze in hun eigen leven gaan toepassen, is voor mij al een doelstelling behaald. Het gaat erom dat je mensen het leert zien, want zodra je weet hoe het ziet, kun je niet meer wegkijken. Dan ga je er iets aan doen – of je stopt doelbewust je kop in het zand.
‘Ik wil tienduizend bedrijven, duizend steden en honderd landen helpen richting een duurzamer bestaan. Dat is mijn big, hairy, audacious goal.’
Wat is het beste advies over leiderschap dat je ooit hebt gekregen?
Houd in je hoofd dat je als CEO degene bent die ja zegt. Dat zei een ervaren chief of staff vorig jaar tegen mij, toen ik CEO werd: als COO ben je gewend de persoon te zijn die nee zegt, als CEO moet je juist ja zeggen. Op alle grote ideeën en grote initiatieven. Je moet blijven inspireren. Dat betekent als dat het hoofd hr zegt dat we iemand moeten aannemen voor onze strategie, dan zou ik als COO misschien hebben gezegd: daar is nu geen budget voor. Maar als CEO zeg ik: als jij daarin gelooft, als senior leider, dan steun ik jou en denk ik met je mee hoe we die kans kunnen pakken.
Wat is je lastigste ondernemersdilemma?
Toen we begonnen, was Circle Economy een non-profitorganisatie die circulariteit op de kaart moest zetten. We werden gesteund door filantropie. Maar naarmate we meer onderzoek deden en meer expertise kregen, werden we steeds meer ingezet in Europese duurzaamheidsprogramma’s. We zijn steeds meer dienstverlener geworden. Dat is prima, we willen op eigen benen kunnen staan als onderneming. Naast de plannen van onze klanten, hebben we onze eigen agenda. Zo houden we regie over de impact die we maken en kunnen we ook economieën en industrieën helpen die niet zelf op ons afkomen. Dus hoe zorg je dat je financieel zelfredzaam bent en tegelijk maximaal impact maakt?
Waarvan gaan je vingers jeuken?
Zuidoost-Azië. De maaklanden, waar zoveel van onze textiel, elektronica, al onze spullen vandaan komen. In Zuidoost-Azië worstelen bijna alle landen met plastic, infrastructuur, educatie. Hun problemen zijn sterk vergelijkbaar, dus dan kun je in één keer veel impact maken. En ik wil heel graag aan het werk in Indonesië. Mijn vader, die in Indonesië is geboren, zei in 2017, toen hij overleed: kom naar huis. Zorg ervoor dat je je land helpt.
Hoe haal je het beste in anderen naar boven?
Gematigde eerlijkheid. Ik heb vanuit het boeddhisme geleerd dat eerlijkheid overgewaardeerd wordt. Je kunt alles wel eerlijk zeggen, heel Hollands, maar je kunt ook precies genoeg zeggen om je doel te bereiken en de ander beter te helpen. Toen ik in Singapore werkte, had ik een collega die overal tegenin ging. Ze stelde altijd enorm veel vragen, ongeacht of de besproken ideeën goed waren. Toen heb ik haar gevraagd: probeer eens voor jezelf te bedenken wat je wilt bereiken als je dit doet. Dat werkt veel beter dan eerlijk zeggen: je stelt wel heel veel vragen en dat vinden mensen irritant.
‘Gematigde eerlijkheid helpt me empathischer naar anderen te kijken, en ze zo verder te helpen.’
Hoe ben je veranderd in de afgelopen tien jaar?
Ik heb meer geleerd te reflecteren. Een jaar of tien geleden was ik ongeduldiger en snel geïrriteerd – wat je natuurlijk niet wilt zijn als leider. Inmiddels ben ik veel rustiger. Ik heb geleerd me niet alleen af te vragen wat ik wil, maar vooral: hoe wil ik overkomen? Hoe kan ik anderen in hun kracht zetten, en zorgen dat zij ook de impact kunnen maken die ze willen maken?
Wat is voor jou niet onderhandelbaar?
Ahimsa. Breng geen schade toe. Dat is mijn uitgangspunt bij alles.
Zijn er dan bedrijven waar je niet voor wilt werken?
Nee. Dat vinden mensen die net bij ons beginnen vaak heel lastig: die zijn zo intrinsiek gemotiveerd, dat ze moeilijk kunnen relativeren. Maar wij kúnnen niet zeggen: we werken alleen samen met Tony Chocolonely en Rituals en andere B Corpmerken. Je moet ook alle andere bedrijven meenemen. Neem nou de oliemaatschappijen. Die kun je allemaal aanmerken als slecht, maar kijk naar de hele keten. In Arabische landen komt de olie letterlijk uit hun achtertuin. Is dat slecht? De Arabische landen hebben olie zoals Indonesië nootmuskaat heeft. En wij gebruiken die olie ook. Wij rijden auto, nemen de bus die op diesel rijdt, we dragen allemaal bij aan het feit dat er een afnamemarkt is voor olie. Als we olie willen uitschakelen, moeten we ons afvragen welke gevolgen dat heeft voor de mensen in die industrie? Welke banen zijn er dan voor hen? Het is een transitie, het is niet ‘aan’ of ‘uit’. En daar moeten we met zijn allen goed over nadenken.
Interview: Vera Spaans | Fotografie: Pieter Bas Bouwman | Videografie: Freelancers United