Koen Regout: ‘Principes mogen pijn doen’

Ebbinge stelt leiders van vandaag en morgen de vragen die er echt toe doen. Deze keer: Koen Regout, algemeen directeur van Brandt & Levie Worstmakers.

echte-vragen

Van welke misstap of teleurstelling heb je het meest geleerd?
Van werken onder matige leiders. Eigenlijk zou ik iedereen willen zeggen: onderschat de waarde niet van het leren van slechte leiders. Door het minder goede te zien, raak je doordrongen van het belang om het zelf wel goed te doen.

Als je één wet mocht veranderen, welke zou dat dan zijn?
Ik zou graag in de wet willen vastleggen dat we goed voor vluchtelingen zorgen. De mensen die bij ons onderdak zoeken, hebben ons nodig. Daar moeten we netjes mee omgaan, en geen politieke spelletjes om spelen. Ik kan daar ziedend van worden.

‘Onderschat de waarde niet van het leren van slechte leiders.’

Wat is je grote droom?
Mijn droom is dat over tien, vijftien jaar duurzaamheid geen vraagstuk meer is, maar doodgewoon. Voor ons gaat het dan specifiek om het duurzaam consumeren van vlees: dat we dat gewoon met zijn allen doen. In 2007 gingen we, toen ik bij Verkade werkte, over op fairtrade chocolade, dat was toen heel bijzonder, maar nu is bijna alle chocolade fairtrade. Dat, daar hoop ik ook op bij onze vleesconsumptie.

Hoe bereik je dat?
Onze missie is: meer mensen overtuigen om minder en beter vlees te eten. Ons bedrijf is opgericht door drie chef-koks, het is dus knetterculinair, mét aandacht voor duurzaamheid. We willen niet met het vingertje wijzen over hoe zielig het is voor de varkens, we geloven er meer in dat je tegen mensen moet zeggen: kijk eens wat voor lekkernijen wij maken. Want daarom koop je uiteindelijk voedsel. En is het nog duurzaam ook. Wow, zeggen mensen dan.

Jullie worst is wel twee keer zo duur.
Zeker. Maar eerlijk vlees mag een prijs hebben. Het debat over vlees eten is enorm gepolariseerd: de geharnaste vegetariërs tegenover mensen die vinden dat je ‘van hun vlees af moet blijven’. De vraag zou moeten zijn: hoe zorgen we ervoor dat onze vleesconsumptie in balans is met de capaciteit van de aarde? In de westerse wereld zouden we dan 50 procent minder vlees moeten eten. Dat is niet onmogelijk: een gemiddeld Nederlands gezin eet 6,1 keer per week vlees, 100 gram per persoon per keer. Als alle mensen een dag in de week minder vlees zouden eten, en geen 100 maar de aanbevolen hoeveelheid van 70 gram, heb je al een enorme stap gemaakt. En dan mag vlees best een andere prijs hebben.

‘Het debat over vlees eten is enorm gepolariseerd.’

Wat is voor jou absoluut niet onderhandelbaar?
Normen en waarden. Ik heb een uitgesproken opinie over peoplemanagement. Dus als er collega’s zijn die niet volgens onze normen en waarden met mensen omgaan, kun je één keer met ze praten, of misschien twee, maar dan houdt het op. Dat is de reden dat we laatst een collega hebben moeten laten gaan. Dat deed pijn, want het was een van onze beste medewerkers. Maar hier ben ik principieel in. En principes mogen pijn doen.

Wat is het beste advies over leiderschap dat je ooit hebt gekregen
Leiderschap gaat niet om het geven van de juiste antwoorden, maar om het stellen van de juiste vragen. Anders beperk je de capaciteit van je hele bedrijf tot één persoon. Toen ik hier kwam, hebben we iedereen gevraagd waar ze blij van worden, wat ze trots maakt en wat ze anders zouden doen. Vervolgens heb ik alle MT-leden gevraagd naar de eigen discipline te kijken: wat is er inefficiënt, waar baal je van? Wat zou je trots maken? Het plan dat daaruit voortvloeit is nu dus niet van mij, maar van het team. Zo krijg je veel meer eigenaarschap.

Wat is dan jouw toegevoegde waarde?
Ik moet ervoor zorgen dat mensen in hun kracht staan, lekker werken en samenwerken naar één doel. En soms is het aan mij om de knoop door te hakken. Als we alle kanten op schieten, kan het zijn dat ik zeg: oké, ik vat het even samen, er zijn nu drie meningen, we moeten een keuze maken. Kunnen jullie je erin vinden dat we het zo gaan doen?

‘Ik moet ervoor zorgen dat mensen in hun kracht staan, lekker werken en samenwerken naar één doel.’

In welke situatie heb je echt lef getoond?
De afgelopen maanden is de grondstofprijs voor biologisch vlees op delen met 36 procent gestegen. Dat is extreem, we moesten handelen. Wij zijn toen naar buiten getreden met de campagne: we hebben goed nieuws, onze worst wordt kleiner. Dat de prijzen omhooggaan voor biologisch vlees betekent dat er meer vraag naar is, dat is top. De boeren worden beter betaald, ook top, en ze kunnen alle delen van het dier beter verkopen. Dat is duurzamer. En doordat de worsten kleiner zijn, passen ze beter in een toekomstbestendig dieet – en wordt de prijs per worst niet hoger. Dus dat is allemaal goed nieuws. Dat was best even spannend – maar de reacties waren heel positief. Wat goed dat jullie hier zo mee naar buiten treden, werd gezegd, dat zouden meer partijen moeten doen.

Wie of wat heeft jou het meest gevormd als leider?
Mijn tijd bij Artsen zonder Grenzen. Daar heb ik geleerd vooral: hoe belangrijk het is om scherpe keuzes te maken. Ik heb in een aantal conflictgebieden gewerkt, en je werkt altijd met beperkte resources. Er zijn mensen in nood, zeg maar wat je gaat doen. De mensen die het zwaarst gewond zijn, help je het eerst. Dat is wat je doet. Mensen met minder urgente aandoeningen kunnen ook tot morgen wachten, en ik heb ook situaties gezien waarbij mensen met serieuze wonden tijdelijk naar huis werden gestuurd. Dat is heftig, maar het draaide om levensreddende zorg, er waren echt belangrijkere dingen te doen. Hier heb ik leren relativeren en prioriteren.

Hoe kwam je hier terecht?
Toen ik een jaar of zestien was, zei een oudere man tegen mij en mijn vrienden: jullie gaan straks je school afmaken, dan studeren en daarna krijgen jullie een baan bij een groot bedrijf. Maar jullie gaan nooit het echte leven zien, wat echt belangrijk is in de wereld. Ik voelde me geschoffeerd door deze man. Dit zou mij niet overkomen. Dus na mijn eindexamen en na mijn afstuderen heb ik bij allerlei maatschappelijke organisaties gesolliciteerd om in crisisgebieden te kunnen werken. Ik werd steeds afgewezen, maar toen ik vier jaar werkervaring had, mocht ik bij Artsen Zonder Grenzen komen. Ziekenhuizen runnen op plekken waar geen ziekenhuizen zijn; levensreddende zorg voor mensen die niets hebben om op terug te vallen. De meest relevante bijdrage die ik te bieden heb, maximale impact voor andere mensen. Het is dat mijn vrouw en ik hebben afgesproken tot de kinderen groot zijn niet naar conflictgebieden af te reizen, maar anders zou ik er elke dag voor tekenen. Het is het allermooiste wat je kunt doen.

Interview: Vera Spaans | Fotografie: Pieter Bas Bouwman | Videografie: Freelancers United