Noot van de redactie: wij spraken Michèle Blom in haar rol als Directeur-Generaal van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Hoe leg je aan een kind uit wat je doet?
Dat is makkelijk en ingewikkeld tegelijk. Wat Rijkswaterstaat doet, is heel zichtbaar, dus zeg ik: wij maken de wegen, zorgen dat de boten over het kanaal kunnen en dat je droge voeten houdt. Maar het wordt ingewikkeld als ik probeer te vertellen hoe dat is, leiding geven aan een hele grote organisatie van 10.000 mensen. Dat heb ik wel uitgeprobeerd op mijn neefje en nichtje, maar dat werd ze veel te abstract. Dus dan zeg ik: zie je die weg, dat kanaal? Of: deze zomer was het zó droog, daar heb ik een rol bij. Dat werkt dan toch beter.
Hoe haal je het beste in anderen naar boven?
Door de ander goed te kennen. Door te snappen wie ze zijn, what makes them tick. Waar gaan ze helemaal voor, wat vinden ze moeilijk? Het begint met een gesprek: wie ben jij, wie ben ik, en in de loop van tijd merk je waar iemand energie van krijgt, rechtop van gaat zitten. Niet dat je mensen alleen maar kunt laten doen waar ze plezier in hebben, dan zou dit een heel makkelijke baan zijn. Veel mensen vinden verandering moeilijk, dus dan heb je als leidinggevende weerstand te overwinnen. Dan kun je wel gaan praten, maar meestal begin ik maar gewoon met het te gaan doen. Er zijn altijd wel mensen te vinden die er zin in hebben. Dus beginnen we met zo’n eerste groep. Die steekt vaak een tweede groep aan, dan krijg je een inktvlekwerking. En ik doe een beroep op de professionaliteit van mensen. Uiteindelijk vindt iedereen het leuk om uitgedaagd te worden op zijn of haar eigen kwaliteiten.
‘In dit huis wordt per jaar zes miljard omgezet. Het kan niet gebeuren dat dat niet op een integere manier gebeurt. Het is allemaal belastinggeld’
Wat is voor jou absoluut niet onderhandelbaar?
Integriteit. De norm overschrijden, liegen. In dit huis wordt per jaar zes miljard omgezet. Het kan niet gebeuren dat dat niet op een integere manier gebeurt. Het is allemaal belastinggeld. En veiligheid gaat voor alles. Iedereen moet elke dag veilig thuiskomen. Dat betekent dat je soms werk moet stilleggen. Dat vinden mensen heel moeilijk, want dan is een project niet op tijd klaar, en daar voelen de collega’s in de bouw zich verantwoordelijk voor. Die focus op tijd, dat is toch de belofte die je hebt gedaan. Maar soms moet je als individu iets anders besluiten.
Ik ervaar dat niet als een druk, ik vind het enorm leuk om met een hele club mensen Nederland op de kaart te houden. 65 procent van Nederland ligt onder zeeniveau, en met al die pompen van ons zorgen wij dat het droog blijft, dat je hier kunt wonen en recreëren. Dat is toch fantastisch. En straks ga ik naar Isala, dat is ook weer zo’n mooi maatschappelijk doel. Weer werken met vakmensen, mensen die ergens verstand van hebben en eigenzinnig zijn. Daar houd ik van.
Hoe ben je veranderd in de afgelopen tien jaar?
Ik heb geleerd dat dingen tijd kosten, dat het met zo’n grote organisatie lang duurt om van a naar b te komen. En dat het echt helpt om te zoeken naar de inspiratie van mensen. Pas als je weet wat je mensen belangrijk vinden, kun je een organisatie begeleiden, besturen en zo weet je wat je moet veranderen om je resultaten te blijven halen. Dat heb ik wel geleerd, de afgelopen jaren. Bij de eerste grote droogte in lange tijd, in 2018, merk je hoe een organisatie in crisistijd werkt. Dan ben je bijna een leger aan het aansturen. We hebben heel hard gewerkt, voor iedereen waren de urgentie, en onze toegevoegde waarde, duidelijk.
Net als bij de overstromingen in Limburg in 2021, dan zie je het talent in de organisatie, maar merk je ook waar niet als vanzelfsprekend aandacht voor is. Hoe ernstig de situatie ook is, ik vind het stiekem wel heel leuk als het lukt om de tent door een crisis te loodsen en mensen binnen en buiten tevreden zijn over het resultaat.
‘Ik baal er ontzettend van dat de stikstofcrisis niet is opgelost, maar het zou hoogmoedig zijn om te denken dat ik die crisis had kunnen oplossen’
Welke prijs heb je betaald voor je succes?
Ik word zestig, en bedacht laatst: wat heb ik eigenlijk gedaan in mijn leven? Ik heb toch vooral gewerkt. Ik realiseerde het me toen ik bij een leesclub ging en dacht, goh, dit is ook hartstikke leuk. Maar een prijs betaald… Ik heb altijd met heel veel plezier gewerkt. Ik heb er niet bewust voor gekozen, mijn loopbaan is ontstaan uit nieuwsgierigheid. Ik vraag me gewoon vaak af: hoe zou dit nou werken, en dan ga ik het doen. En ik wil graag iets betekenen voor de samenleving.
Van welke misstap of teleurstelling heb je het meest geleerd?
Ik baal er ontzettend van dat de stikstofcrisis niet is opgelost, maar het zou hoogmoedig zijn om te denken dat ik die crisis had kunnen oplossen. Rijkswaterstaat heeft er enorm veel last van. Ons productieproces wordt ernstig verstoord, het is hoog tijd dat er een besluit wordt genomen waar Nederland iets mee kan. Iets robuusts zodat de boeren weten waar we naartoe gaan, de industrie, de bouw. Dat is ook leiderschap: visie tonen, en niet alleen vanuit je eigen brein. Je moet ook anderen horen voor je beslist wat je gaat doen.
Is er onder jouw leiding nooit iets misgegaan?
De Schipholbrand in 2005, waarbij elf mensen omkwamen in een detentiecentrum, gebeurde toen ik directeur was op het ministerie van Justitie. Ik heb daar heel veel van geleerd. Dat je er, als zoiets afgrijselijks gebeurt, echt moet zijn voor je collega’s en anderen. En dat je een enorme verantwoordelijkheid niet licht kunt dragen. Dat je je altijd moet blijven afvragen hoe je zaken veilig kunt doen. Of het nu gaat om detentie of om wegwerkzaamheden.
‘Het sufste wat je kunt zeggen, is: mijn deur staat altijd open. Dat ís niet zo, ik ben meestal aan het vergaderen, dus die deur is bijna altijd dicht’
Hoe zorg je ervoor dat geluiden je ook echt bereiken?
Dat is heel moeilijk. Mensen kijken je vaak naar de ogen, of hebben schroom je iets te vertellen. Of je staat niet open voor informatie doordat je 80.000 andere dingen aan je hoofd hebt. Hiërarchie kan je enorm in de weg zitten. Dat verstoort de open lijn. Dus ik moet zelf naar mensen toe gaan. Het sufste wat je kunt zeggen, is: mijn deur staat altijd open. Dat ís niet zo, ik ben meestal aan het vergaderen, dus die deur is bijna altijd dicht. Ik moet zelf de trap af, weg van deze 22ste verdieping waar ik op zit. De mensen die direct aan mij rapporteren, zitten bovendien door het hele land. Ik rijd 10.000 kilometer per maand, elektrisch, onder meer om hen te spreken. Als ik hier in deze kamer zou blijven zitten, deed ik iets niet goed.
Wat is je grote droom?
Die heb ik niet. Ik ben niet iemand van grote dromen, wel van een visie. Dromen zitten je alleen maar in de weg. Dan jaag je je droom achterna, en vergeet je de rest. Mijn passie is kwaliteit leveren. Het gaat me aan het hart dat het openbaar bestuur zo onder vuur ligt. Maar wie een droom najaagt, kan ook verblind raken. Je ogen openhouden, zodat je blijft zien wat nodig is, dat vind ik veel relevanter. Een droom wordt al snel in beton gegoten, en wordt dan een overtuiging. En dan stop je met luisteren.
Interview: Vera Spaans | Fotografie: Pieter Bas Bouwman