Af en toe bespreken we hier een boek gerelateerd aan leiderschapsontwikkeling dat we gelezen hebben en dat iets bij ons geraakt heeft. Dit hoeft geen nieuw boek zijn, het kan ook een boek zijn dat grote invloed heeft gehad en nog steeds relevant is. Aan het woord is Mark Weterings, consultant en programma moderator van Ebbinge. We nodigen je uit om mee te doen. Stuur je bijdrage of suggestie naar Theschoolofleadership@ebbinge.nl
Moed, over gedurfd leiderschap – Andor de Rooy
Mark Weterings: De wereld om ons heen – politiek, economie, klimaat – verandert steeds sneller. Deze sterk veranderende tijden vragen naast aanpassingsvermogen van organisaties, afdelingen, teams en medewerkers om krachtig en koersvast leiderschap. Niet alleen van directeuren en bestuurders maar ook van commissarissen en toezichthouders. Vanuit de boardroom worden sturing en regie verwacht, niet alleen gekoppeld aan zakelijk gezond ondernemerschap, maar steeds meer met het morele besef voor duurzame waardecreatie. Dit vraagt om ‘gedurfd leiderschap’ vanuit de boardroom. Het boek van Andor de Rooy geeft een helder inzicht in de vraag die elke leider zichzelf zou moeten stellen: “hoe moedig ben ik, als het er écht op aankomt?” In zijn ogen kunnen leiders nog veel meer bereiken en resultaten behalen wanneer ze meer moed tonen. Leiderschapsinterventies – vanuit zowel de bestuurder als commissaris – krijgen met moed nog meer impact.
Een aansprekend citaat in dit verband komt van Aristoteles: “Moed is het juiste midden tussen lafheid en roekeloosheid.” Andor betoogt dat ‘moed’ geen eigenschap is – je bent niet moedig – maar dat je op belangrijke, cruciale momenten durft op te staan en je uit te spreken, ongeacht je eigen belang. De moedige leider stapt dan vanuit zijn ‘comfortzone’ over naar de ‘fearzone’, het domein van onzekerheid, angst, risico en pijn. Moed is dan het vermogen van een leider om ondanks risico, pijn of angst datgene te doen wat noodzakelijk is voor de organisatie of voor een hoger ‘nobel’ doel. Leiders kunnen in dit proces hun ego en reputatie opzijzetten en écht verantwoordelijkheid nemen.
In dit boek staat een aantal concrete vragen om voor jezelf te onderzoeken hoe moedig je bent als het er echt op aankomt. Andere vragen die hiermee samenhangen:
• Wie of wat ga ik uit de weg als het spannend wordt? Waarom?
• Waar ben ik angstig voor?
• Waar zit mijn angst, bijvoorbeeld in relatie tot reputatie, positie of erkenning?
• Waar sta ik écht voor?
• Wat ondermijnt (soms) mijn gezond verstand?
Moed begint met realisme ten aanzien van jezelf. En daarmee ontdek je ook vaak je eigen lafheid en ontwijkgedrag. Hoe vaak komt het niet voor dat je de ongemakkelijke dingen pas erkent of uitspreekt ná een overleg of alleen maar tegen jezelf uitspreekt in de auto op weg naar huis. Dit hangt ook samen met dilemma’s die dan op kunnen doemen in je hoofd en je belemmeren zoals aanpakken versus uitstellen of aanspreken versus inslikken.
Waarom dit boek
Ik merk vaak, vanuit onze opleidings – en adviespraktijk, in sessies met Directieteams of Raden van Toezicht/Commissarissen dat het lastige, moedige en soms schurende gesprek nog te veel wordt vermeden, vaak uit angst om zaken écht te benoemen en soms ook omdat de vaardigheid hiervoor ontbreekt. Het ongemak in de boardroom wordt in onze ogen nog te weinig aangegaan. Dit vraagt dus om meer moed en meer oefening op dit vlak, want als je durft te benoemen waar het écht om gaat, dan zie ik dat er betere besluitvorming is, een veilig en open gespreksklimaat ontstaat wat goed bestuur tot gevolg heeft. Ik gun elke leider meer moed in het boardroom gesprek. Een aansprekende en uitnodigende quote in dit verband van Ruth Gordon: “Net als de menselijke spier wordt moed versterkt door het veel te gebruiken.”