Vivienne de Leeuw: ‘Ik hoef niet meer one of the guys te zijn’

Ebbinge stelt leiders van vandaag en morgen de vragen die er echt toe doen. Deze keer: Vivienne de Leeuw, CFO van de Rotterdamse haven.

echte-vragen

Wat is je grote droom?

Uiteindelijk draait het bij mij om het maken van maatschappelijke impact. Dat vind ik het belangrijkste – en als ik vrij mag dromen, richt ik me op creativiteit, echt iets maken, en werken met kinderen en dieren. Mijn droom voor de haven van Rotterdam zou ik geen droom noemen, dat is een ambitie. In 2050 is de haven emissievrij. Daar werken we keihard aan.

 

Is 2050 niet heel ver weg? Voor veel bedrijven ligt die ambitie op 2030.

Ik snap dat je dat zegt, maar in deze infrastructuursector heeft alles een langere termijn: voor je toestemming hebt om iets aan te leggen, voor het elektriciteitsnet er ligt, dat de stroom van windenergie op zee aan land kan komen en gebruikt kan worden. Dat krijg je niet zomaar voor elkaar. 2030 is voor ons overmorgen, aan 2050 moeten we nu keihard werken. En we doen nu al veel: zo geven we korting aan schepen die hier groen, dus niet op fossiele energie, binnenkomen. En ook de bedrijven die bij ons huren en op onze grond activiteiten ontplooien, vragen we te verduurzamen. Wij proberen alles wat op ons terrein gebeurt klimaatneutraal te krijgen. En de haven is immens: 13 procent van alle Europese energie , komt via Rotterdam binnen. Dus daar zit de ambitie voor 2050.

 

Hoe leg je aan een kind uit wat je doet?

Ik zorg ervoor dat er genoeg geld is om de haven helemaal duurzaam en groen te krijgen. Wij hebben twee publieke aandeelhouders, het Ministerie van Financiën en de gemeente Rotterdam, en die staan helemaal achter deze ambitie.

 

Wat doe je als jouw koers botst met die van anderen?

Luisteren. Ik probeer altijd te begrijpen waar de ander vandaan komt. Op het moment dat je dat snapt, kun je beter voor jezelf bedenken of je nog wel op de goede koers zit. Kan ik deze ideeën bij elkaar krijgen? Anders blijf je maar zenden: dit is hoe we het moeten doen, jij snapt het gewoon niet. Luisteren is bij mij altijd key.

Maar, eerlijk: heel vaak gebeurt het niet dat mijn koers botst. We hebben hier een sterke passie voor hetzelfde: we willen allemaal naar nul CO₂-uitstoot. Daar doet iedereen alles aan. Het enige wat hier nog weleens gebeurt, is dat we te veel tegelijkertijd willen doen. En dat past niet. Dan moeten we ingrijpen, ook als directie. Eerst iets afmaken voor we aan iets nieuws beginnen, bijvoorbeeld.

 

 

Komen mensen hier echt werken vanwege die ambitie?

Dat zien we heel sterk. Wij zijn een gebied waar voor Nederlandse begrippen relatief heel veel uitstoot plaatsvindt. Dus dan kun je zeggen: industrie is vies, daar wil ik niet aan meewerken, maar hier kun je wel het verschil maken. Als je ergens hier voor Nederland de reductie kan realiseren, dan is het hier. Dat is wat mensen aantrekt. Maar mensen komen ook af op onze maatschappelijke betrokkenheid.

Op onze nieuwjaarsreceptie kondigden we aan dat we het Jeugdeducatiefonds gaan sponsoren. Niet alleen financieel, maar ook met eigen vrijwilligers. We gaan gastlessen geven op scholen, meehelpen bij de jaarlijkse schoonmaak, helpen bij dagjes uit. Doen wat nodig is. Toen kwamen er meteen mensen naar ons toe: waar kan ik me aanmelden?

 

Op welke prestatie ben je het meest trots?

Ik heb vorig jaar de CVO Award gewonnen, chief value officer of the year. Die prijs geeft aan dat je als CFO niet alleen kijkt naar de financiële kant van zaken, maar ook naar de maatschappelijke kant. Dat is iets wat ik hier, samen met de teams, veel heb kunnen doorvoeren, en dat is erkend vanuit de Nationale Conferentie Brede Welvaart. We zijn daar ook heel mondig over, hoe we dat hebben gedaan. Zo hebben we zodra het kon een green rating aangevraagd, die aangeeft hoe duurzaam je bent. En we nemen duurzaamheid mee in alle investeringsbeslissingen. We bouwen bijvoorbeeld heel veel kades. Dan bepalen we dat we dat alleen nog met apparatuur kunnen doen die elektrisch is, en dat het materiaal dat we gebruiken duurzaam is of hergebruikt. Daar hangt een prijskaartje aan, en dat wegen wij dus mee: het is duurder, maar we willen het toch doen.

 

Wat was de moeilijke beslissing die je ooit hebt moeten nemen?

Toen ik bij een bedrijf in de TV- en entertainmentsector werkte als cfo, was eigenlijk meteen vanaf het begin duidelijk: we willen naar een andere strategie en naar een andere manier van werken. Niet iedereen keek meer lineaire televisie, daarmee gingen de inkomsten elk kwartaal met dubbele cijfers naar beneden. Toen hebben we onderzocht hoe we dat het beste konden doen, dat onderzoek uitgewerkt, de organisatie aangepast – en toen besloot de ceo maar een kwart van het plan uit te voeren. Daarop zei ik: dan ga ik het niet doen, want dan lukt het niet. Dat vond ik een heel moeilijke beslissing, want ik zat er pas een jaar, maar hier stond ik niet achter.

 

Hoe neem je zo’n beslissing?

Ik heb weer vooral geluisterd: waarom wil je maar enkele onderdelen uitvoeren? We hadden het plan samen gemaakt, dus het voelde ook raar. Maar toen was zijn antwoord: mijn gevoel zegt dat ik het zo moet doen. En ik ben de laatste om te zeggen dat je niet naar je gevoel moet luisteren, maar dit vond ik geen argument.

 

Van welke eigenschap van jezelf zou je graag afscheid nemen?

Ik heb nogal de neiging om me onzeker te voelen op bepaalde momenten. Als ik voor een groep moet staan, vind ik dat spannend. Je zou denken: iemand met jouw ervaring, die zou dat toch onderhand wel moeten kunnen? Dus van die onzekerheid zou ik graag afscheid nemen.

 

Hoe werk je daaraan?

Heel veel doen. Ik verplicht mezelf heel veel ja te zeggen op verzoeken om ergens te spreken. Ik zou elke week wel één of twee interviews kunnen geven of kunnen spreken bij conferenties. Dus ik probeer dat zo vaak mogelijk te doen. Maar mensen bij wie zoiets natuurlijk gaat, die graag het podium opstappen, daar kan ik met bewondering naar kijken.

 

Waar en hoe kom je op de beste ideeën?

Wandelend. Zo maak ik mijn hoofd leeg en kom ik op goede ideeën als ik vastzit. Dus ik doe dat het liefst in mijn eentje, maar soms vraag ik ook wel iemand die met een bepaalde kwestie helemaal niets te maken heeft, om een stukje samen te lopen. Dan kan ik bij hem of haar poneren: als je dit zo hoort, wat komt er dan bij je op? En daar komen vaak verrassende dingen uit. Dan loop je hier over Katendrecht, en denk je: oh ja, dat kan natuurlijk ook. Letterlijk de ruimte voelen in je hoofd, niet in kaders hoeven denken, dat voel je als je buiten loopt. Het gesprek kan even alle kanten opgaan, terwijl mensen in een vergadering gek worden als ik dat doe. Dan blijf je toch meer op de lijn waar je al in zat.

 

Wat was het beste advies over leiderschap dat je ooit hebt gekregen?

Jezelf blijven. Ad Scheepbouwer, toenmalig CEO van KPN, waar ik werkte, zei dat tegen mij. Hij had mij aangenomen, maar ik was zo’n twintig jaar jonger dan de rest. Hoe moet ik hiermee omgaan, vroeg ik, en hij zei: gewoon jezelf blijven. Ik heb niet voor niets jou aangenomen. Inmiddels is het mijn lijfspreuk geworden: Always be a first version of yourself, not a second rated version of someone else. Als je gaat doen wat een ander doet, ben je niet meer authentiek, en maak je ook geen impact meer. Dat Ad dat zei, sterkte me in de overtuiging: ik hoef niet meer one of the guys te zijn.

 

Moest je dat eerst wel?

In mijn eerste baan, bij een consultancybedrijf, heb ik dat heel hard geprobeerd. Krijtstreeppakken dragen, elke vrijdagmiddag tijdens de borrel in de lampen hangen. Het was 25 jaar geleden, een heel andere tijd – een tijd dat secretaresses zelfs nog een tik op de billen kregen. Ik keur dat af, maar zo ging het toen wel. Ik was de eerste vrouw op die afdeling en ze hebben er twaalf gesprekken voor nodig gehad om me aan te nemen. Ik kreeg zelfs vragen als: wat zou je doen als een cliënt zijn hand op je knie zou leggen?

Ik heb collega’s echt zo zien veranderen. Als mensen doorstromen, kunnen ze vaak als een blad aan een boom omslaan en een heel ander persoon worden. Die worden harder, gaan opeens spreken vanuit macht: ik zeg het, dus je moet het zo doen. Dus toen ik daar weg was, heb ik wel besloten: dat gaat mij niet gebeuren.

 

Interview: Vera Spaans | Fotografie: Pieter Bas Bouwman | Videografie: Freelancers United