De twijfelende toezichthouder
Hardop twijfelen, twee toezichthouders met elkaar in gesprek
Door Mieke Moor en Anita Wydoodt, in 'De twijfelende toezichthouder'
Mieke is organisatiefilosoof, schrijver, onderzoeker en toezichthouder in de zorg. Ze werkt van origine in de verschillende deelsectoren van de zorg en daarnaast steeds vaker in de volle breedte van het publieke domein. Samen met bestuurders, managers en professionals werkt zij aan de opgave ‘weer gewoon te doen wat nodig is’ – iets dat in de complexiteit van extreme regelgeving en verregaande specialisatie vaak is zoekgeraakt.
Anita is sinds 2015 lid Raad van Bestuur van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis. Daarvoor was zij lid Raad van Bestuur van het Meander Medisch Centrum en werd verkozen tot vrouwelijk bestuurder van 2013. Daarvoor was Anita onder andere directeur van Orbis Medisch Centrum in Sittard-Geleen, cum laude afgestudeerd en gepromoveerd in de psychologie aan de KU Leuven. Ze is lid van de Raad van Toezicht van Philadelphia en van Surplus.
“Voor het eerst sinds we samen het boek De bestuurder & de filosoof schreven, ontmoeten we elkaar in dezelfde rol. Allebei zijn we toezichthouder in de zorg, voorzitters zelfs. En allebei oefenen we dagelijks met wat we leerden in ons project: dat twijfelen loont, dat niet-weten daadkrachtig is, dat naïviteit helpt. En oef, wat is dat vaak moeilijk. Maar waarom eigenlijk, want wie twijfelt er nu niet? En zo begon ons gesprek, met de vraag of er eigenlijk wel toezichthouders bestaan die niet twijfelen?
Anita: Jazeker bestaan die. Ik zie ze regelmatig om me heen. Mensen die heel zeker weten hoe het zit. Personen die hun mening al klaar hebben in de vergadering, standpunten innemen en die geen of zeer weinig vragen stellen.
Mieke: Ah, eens kijken of ik jou daarover aan het twijfelen kan brengen, want ik geloof er niets van. Wat zie jij dan precies?
Anita: Ik heb voorbeelden genoeg van financieel opgeleide toezichthouders. Of ik denk terug aan een vergadering van een Raad van Toezicht die zich nog aan het vormen was. Je zou daarvan denken – en zo stapte ik daar ook in – dat zo’n start een uitgelezen gelegenheid is om elkaar te bevragen en te onderzoeken, maar we wisselden vooral veel standpunten uit. Herken je dat niet?
Mieke: Jazeker herken ik dat. En ik herken het ook bij mezelf, die neiging om iets te vinden, oordelen te hebben en (daarmee) mezelf neer te zetten. Maar de vraag is: wat doen we dan eigenlijk? Het is duidelijk wat we zien, en willen laten zien, namelijk (zelf)verzekerdheid. Maar wat zien we níet?
Anita: Ja, als je het zo bekijkt realiseer ik me dat dat niet-twijfelen misschien juist wel een uitingsvorm is van twijfel. Dat juist in een onzekere situatie, zoals die van een nieuw team, maar ook heel gewoon in bijvoorbeeld het kwijtraken van de weg in het bos, de behoefte aan houvast groot is. Dat is natuurlijk heel menselijk.
Mieke: Net zoals twijfelen heel menselijk is. Peter van Hekke heeft dat in een artikel over aarzelen eens treffend vergeleken met ademhalen. Dat doe je als mens ook de hele tijd, daar is ook geen ontsnappen aan. Dat op en neer gaan, in- en uit(ademen), lucht vasthouden en weer loslaten, het is onze levensader. En zo zit dat ook met aarzelen of twijfelen: dat doen we ook de hele dag, afgewisseld met korte momenten van besluitvorming. Zo zit ik, terwijl ik schrijf, te wikken en te wegen tussen het ene of het andere woord, speelt op de achtergrond de vraag of ik nog een keer koffie zal zetten of niet, of de verwarming nog lager kan, wat mijn volgende vraag aan jou zal zijn. We leven in een open veld waarin niets vastligt. Daar zou je, als je daar wat langer bij stilstaat, bang van kunnen worden.”